Jacqueline Cramer hield op deze eerste bewonersbijeenkomst over verduurzaming van Oostpoort 7 en 11 een gedreven pleidooi om als bewoner of eigenaar van een woning in actie te komen. Zij is als hoogleraar Duurzame innovatie verbonden aan de universiteit van Utrecht, en lid van de Amsterdam Economic Board.
Als minister in het kabinet Balkende was Jacqueline Cramer betrokken bij de voorloper van het Parijs-akkoord, de klimaatconferentie te Kopenhagen. ‘Dan zie je van dichtbij hoe moeilijk dit proces is. Op het niveau van ambtenaren en ministers hadden we stap voor stap vooruitgang geboekt, en kwam een akkoord steeds dichterbij. Totdat regeringsleiders in de gaten kregen dat er ook voor hen wat te halen of te verdedigen viel en de nationale boegbeelden van alle kanten werden ingevlogen. Al gauw waren de ingenomen stellingen niet meer verenigbaar.‘
‘Druk zal toenemen’
Cramer laat er geen misverstand over bestaan: klimaatverandering – opwarming van de aarde – is wetenschappelijk een volstrekt aanvaard feit, de gevolgen groot en daarom moet je ook als bewoners van Oostpoort onderdeel van de oplossing willen zijn. Cramer is bezorgd en omschrijft de huidige situatie als uiterst ernstig. In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat voor 2050 een CO2-reductie van 50 a 60% bereikt moet worden om de opwarming van de aarde onder de 1,5 a 2 °C te houden. Zonder deze CO2-reductie krijgen we te maken met een opwarming van circa 10°C aan het einde van deze eeuw. (NB: met ‘CO2’ wordt in dit soort rapporten meestal gedoeld alle broeigassen – niet alleen CO2 als verbrandingsproduct van fossiele energie, maar ook methaan (o.a. uit landbouw en veeteelt; red.) Zij had op dat moment het laatste IPCC-rapport nog niet gezien. Zoals recent bekend werd is het nog ernstiger dan men tot dusver aannam. De druk op bedrijven en huishoudens zal nog verder toenemen.
Broeikasgassen
Waar komen broeikasgassen vandaan? Welke aandelen hebben de diverse sectoren daarin? Cramer schetst:
- Elektriciteitsopwekking: 23 %
- Landbouw: 14 %
- Industrie: 31 %
- Transport en mobiliteit: 19 %
- Woningen en gebouwen: 13 %
De bijdrage van ‘wonen’ lijkt weliswaar relatief klein lijkt, maar Cramer stelt dat dat de noodzaak om ook daar fossiele energie uit te bannen daardoor niet kleiner is. Iets dergelijks geldt ook voor de Nederlandse bijdrage aan de opwarming: circa 0,47 %. Een klein aandeel, omdat je een kleiner land bent, doet niets af aan je verantwoordelijkheid. Elke bijdrage aan de oplossing meer dan noodzakelijk, aldus Cramer.
Vermindering CO2-uitstoot: aanpak verschilt per sector
Er zijn richtinggevende voorstellen om CO2-uitstoot te verminderen, die per sector kunnen verschillen. Wat voor de ene sector werkt, kan voor de andere minder logisch zijn. De industrie zal bijvoorbeeld vooral bediend moeten gaan worden met (groene) waterstof (t.z.t. verkregen uit wind- en zonne-energie). De landbouw zal voor vooral aan methaanuitstoot moeten werken door waterpeilverhogingen in de veenweidegebieden, en door onder meer de veestapel te verkleinen. Voor verkeer en vervoer moet volgens Cramer ingezet worden op elektrificatie en voor het zware transport liggen de kansen bij waterstof.
Wat zijn de aangewezen oplossingen voor de woningen? Voorop staat energiebesparing door isolatie, aldus Cramer. In energiezuinige woningen kan dan energie uit zon en wind ingezet worden en warmte/koude-systemen (wko) op basis van warmtewisseling via riool, water, bodem etc. Waterstof ligt wat haar betreft minder voor de hand, al is het alleen al omdat het voor de zwaardere toepassingen (industrie, transport) meer geëigend is.
Gebruikers zelf aan zet
Dan de hamvraag: hoe krijgen we dit voor elkaar? Voor al deze sectoren geldt dat het ‘samen’ opgepakt moet worden, in heel NL, in de industrietakken, in de wijken. Cramer vindt het essentieel dat het, waar maar mogelijk, vanuit de gebruikers georganiseerd wordt en zo min mogelijk opgelegd van boven. Zij heeft zelf inmiddels in haar eigen appartementencomplex in Amsterdam een actieve rol gespeeld in de verduurzaming ervan. Met succes, en ze is tevreden over het resultaat. Alles doet wat het moet doen.
Tips vanuit ervaringen tot nu toe
Een organisatie als 02025 kan in Amsterdam belangrijk werk verrichten om bewoners zelf succesvol met energieverduurzaming bezig te laten zijn. Voor grote delen van Amsterdam zullen grootschalige voorzieningen het uitgangspunt moeten zijn (bijvoorbeeld warmtelevering vanuit de Diemercentrale van Vattenfall en de centrale in het Westelijke Havengebied. Maar er zijn ook nog veel ‘witte vlekken’ in Amsterdam, waarvoor nog niets vastligt. Dat zijn de plekken met alle ruimte voor ‘eigen’ oplossingen. 02025 kan als aanjager voor community vorming optreden. Uitgangspunt is daarbij ‘denk lokaal en los het lokaal op’: lokaal opwekken en lokaal distribueren. Advies van Jacqueline Cramer is daarbij:
- Ga stapsgewijs te werk
- Leg eerst opties voor met globale randvoorwaarden, hou het eerst nog even breed
- Ga van daaruit ‘trechteren’
- Niet meteen alles naar het einde toe doorrekenen, zodat er tijdens het proces nog keuzes gemaakt kunnen worden
- Iedereen is blij als er een kernteam is dat alles trekt, alleen moeten zij daarin alleen niet doorschieten
- 02025: richt je op de wijk en niet op centraal opgelegde oplossingen